Dit is een oude revisie van het document!
Wat zijn vroege aardappelen?
Late, Midden en Vroege
Wanneer kan je aardappels oogsten?
Aardappels poten
Welkoop keuze hulp
De vroege aardappels rooien wij eigenlijk iedere dag vanaf juni. We rooien dan steeds wat er nodig is voor de komende 1 á 2 dagen. Dit doen we omdat de aardappels dan nog niet zo heel lang te bewaren zijn. Door kleine hoeveelheden te rooien blijft de voorraad vers en kunnen de aardappelen in grond nog wat verder groeien. Naarmate de zomer vordert rooien we steeds meer. Op den duur gaan we met kippers naar het land om deze vol te rooien. Vanaf september rooien we de hele dag. Alle aardappelen gaan dan de grond uit en worden in onze schuren opgeslagen.
Echt vroege aardappelrassen zijn:
Vroege aardappels zijn aardappelen die eigenlijk al zo’n 3 maanden na het poten (dit gebeurt in april) geoogst kunnen worden. Meestal in juni en juli. Vroege aardappels zijn echter erg kwetsbaar. De schil kun je er met de nagels vanaf schrapen. Ook zijn de aardappelen vaak wat kleiner omdat ze al wel gerooid, maar nog niet volledig uitgegroeid zijn.
Er is een overvloed aan aardappelsoorten voor het middenseizoen die tussen de 95 en 110 dagen rijpen.
De eerdergenoemde Russet Burbank is een voorbeeld van zo’n soort en is na ongeveer 95 dagen klaar voor de oogst.
Daarnaast zijn er enkele andere aardappelrassen voor het middenseizoen om uit te kiezen:
Midden-vroege aardappels zijn aardappelrassen die niet zo snel gerooid kunnen worden als vroege aardappelen en net een paar weken langer nodig hebben om te groeien. Wanneer deze aardappelen gerooid zijn duurt het nog een paar weken voordat de late aardappelen gerooid kunnen worden. Nicola en bildtstar zijn aardappelrassen die midden-vroeg te rooien zijn. Deze aardappelen worden meestal begin augustus voor het eerst gerooid.
De late rassen zijn:
De laatste categorie is inmiddels te voorspellen: late aardappelen. Dit zijn aardappelen die veel tijd nodig hebben om te groeien. Deze aardappels kun je oogsten vanaf midden augustus. Zij worden over het algemeen vanaf september gerooid. Late aardappelrassen zijn bintje, eigenheimer, roseval en santé.
Voor een goede oogst raden we aan om de pootaardappels eerst voor te kiemen. Leg de aardappels hiervoor in bakjes zonder aarde, het liefst op een plaats met veel licht. De beste temperatuur ligt bij het voorkiemen rond de 10°C. Laat de aardappels daar zo’n 3 weken liggen, zodat er scheuten uit de aardappels komen.
TIP: Plaats de aardappels in een eierdoos om ze te laten voorkiemen.
Na het voorkiemen zijn de pootaardappels klaar om de grond in te gaan. Afhankelijk van het aardappelras kiest u daarvoor de beste periode. Vroege aardappelrassen kunt u poten vanaf half maart. Halfvroege aardappelrassen kunnen vanaf begin april de grond in. Late aardappelrassen kunnen tijdens de gehele maand april worden gepoot.
Om een aardappel te poten, maakt u een kuiltje in de grond van 5 tot 10 centimeter. Plaats de aardappel met de uitlopers naar boven in de grond. Bedek de aardappel vervolgens met aarde. Aardappels hebben veel ruimte nodig. Poot ze daarom 40 tot 60 centimeter uit elkaar.
Aardappelplantjes in een bloempot hebben weinig last van naastgelegen planten. In de tuin of moestuin is het echter wel slim om rekening te houden met de ‘buren’. Poot de aardappels liever niet naast selderij, rode biet of tomaat. Naast aardbei, mais, munt, spinazie en afrikaantjes doet de aardappel het prima.
Heeft u weinig ruimte in uw tuin of op uw balkon? Dan kunt u aardappels ook poten in bloempotten, plastic emmers of in een kweekzak. Zorg er wel voor dat het water goed kan weglopen en maak indien nodig een gat in de bodem voor afwatering. Een voordeel van poten in een emmer is dat deze snel opwarmt. Daardoor ontstaat een gunstig klimaat voor de aardappels en zullen ze dus extra goed groeien.
Hoe gezonder de grond, hoe beter de aardappels. Poot de aardappels daarom altijd in voedselrijke, vochtige grond. Meng de grond met een flinke laag compost en geef de aardappels - zeker bij warm weer - regelmatig water.
Als de aardappelplantjes zo’n 20 centimeter hoog zijn, is het raadzaam de plantjes aan te aarden. Dat betekent dat u de plantjes inpakt met een extra laagje aarde, tot aan de onderste laag blaadjes. Hiermee voorkomt u dat de knollen boven de grond uitkomen.
Na een paar maanden geduld is het tijd om de aardappels te oogsten. Voor vroege aardappelrassen is dat al in juni, als de planten volop bloeien. Halfvroege en late aardappelrassen kunt u oogsten vanaf augustus. U kunt alle aardappels in één keer oogsten, maar dat hoeft niet. Als u de aardappels direct gaat gebruiken, kunt u ook enkel oogsten wat u nodig heeft. De rest kan dan nog even in de grond blijven. Als u de geoogste aardappels graag wat langer wilt bewaren, kunt u het beste late aardappelrassen poten. Die rassen zijn na het oogsten het langst houdbaar.
Om aardappels te oogsten, steekt u met een tuinvork onder de knollen. Pas op dat u niet in de knollen prikt want dan beschadigen ze. Wip de aardappels met de tuinvork omhoog en trek ze uit de grond. Even goed schoonmaken en ze zijn klaar voor gebruik.